Thinking, Fast and Slow

Thinking, Fast and Slow

In Mijn Bibliotheek heb ik alle boeken staan die jullie van mij kunnen lenen. Ik kreeg laatst de vraag om een samenvatting van een boek te maken en dan vooral te beschrijven wat het met mij persoonlijk doet. Ik vond het een goed idee en voila, dit is mijn allereerste boekbeschrijving. Ik heb gekozen voor Thinking, Fast and Slow van Daniel Kahneman en ik beschrijf dit boek door een aantal vragen aan mezelf te stellen. 

Waar gaat het boek over?

Het boek gaat over biases of intuition: het beperkte vermogen van mensen om fouten in keuzes en beoordeling te identificeren en te begrijpen. Ofwel: de mens is niet rationeel.
En nu zullen velen van jullie denken: “Dat kan die Kahneman wel zeggen, ik ben echter WEL rationeel”. Nou dat dacht ik in het begin ook maar daar ben ik wel een beetje op teruggekomen…
Laten we eens een testje doen.
Dit is de beschrijving van een Nederlandse man, hij heet Paul:

Paul is een erg verlegen en teruggetrokken persoon. Hij is erg behulpzaam maar heeft weinig interesse in mensen en de werkelijkheid om hem heen. Hij is bescheiden en erg netjes met een sterke behoefte aan structuur en een oog voor detail.

Wat denk je, is Paul waarschijnlijk een bibliothecaris of een boer?
De meeste mensen proberen zich een voorstelling te maken van deze persoon en zien een typische bibliothecaris voor zich. Maar wat was de vraag ook weer? Het ging om de waarschijnlijkheid ofwel de kans dat deze persoon een boer of een bibliothecaris is. Als we kijken naar de Nederlandse bevolking dan leven er vele malen meer boeren dan bibliothecarissen in ons land. Dus de kans dat de hierboven beschreven persoon een “bescheiden en erg nette” boer is, is veel groter dan de kans dat deze persoon een bibliothecaris is. Kahneman stelt dat we in dit voorbeeld bevooroordeeld worden door de voorstelling van de persoon en rationele statistische gegevens achterwege laten in ons antwoord. Volgens Kahneman hebben we eigenlijk 2 soorten brein, die hij System 1 en System 2 noemt.
System 1 is snel en werkt vooral op intuïtie. System 2 is wat langzamer, zelfs een beetje lui en werkt vooral op ratio. De belangrijkste boodschap in het boek is dat we veel meer gebruik moeten maken van System 2. System 1 is niet slecht hoor – als je in een bos tegenover een beer staat moet je niet eerst gaan nadenken of die beer wel echt gevaarlijk is, je moet meteen actie nemen (of blijven staan); hoe dan ook, niet te lang nadenken. In vele andere gevallen, zoals hierboven beschreven bij het de inschatting over het beroep van Paul is het veel beter om even goed na te denken voordat je een beslissing neemt.

Het boek staat vol met mooie voorbeelden die allemaal best wel sterk ingaan tegen je intuïtie, dat maakt het zo ontzettend interessant.

Wat betekent het voor jou?

Ik merk dat om me heen, en vooral in het bedrijfsleven, bij het nemen van beslissingen heel vaak System 1 wordt gebruikt. Men hoort iets – bijvoorbeeld over een bepaald probleem – en neemt meteen een beslissing om een bepaalde aktie te ondernemen. Decisiveness noemen ze dat dan en dat wordt vaak als een goede eigenschap gezien en komt ook vaak terug in beoordelingssystemen. Ik ben niet zo. Sowieso omdat ik introvert ben, maar ook omdat ik graag gewoon even na wil denken voordat ik iets beslis. Naast introvert ben ik ook Perceiving in plaats van Judging volgens de MBTI* persoonlijkheidstest. Dat betekent dat ik niet meteen een oordeel heb maar eerst informatie tot me laat komen. Maar wat gek, mensen die heel Decisive zijn zeggen vaak “Beter een beslissing dan geen beslissing”, of “We moeten het ijzer smeden als het heet is” en nog meer van dat soort oneliners. Hebben mensen die dit soort uitspraken doen een punt of gebruiken ze deze uitspraken om hun gelijk te halen en snel door te gaan? Ik beweer niet dat het slecht is om decisive te zijn, ik denk wel dat het goed is om System 2 wat meer te gebruiken. Dit boek staat vol met voorbeelden waarbij System 1 de mist in gaat. System 2 verdient veel meer krediet vind ik zelf.

MBTI* =  Myers Briggs Type Indicator, gebaseerd op de persoonlijkheidstypetheorie van Carl Jung.
Wil je graag weten welk type jij bent? Kijk dan op http://www.humanmetrics.com/cgi-win/JTypes2.asp

wat vind je het meest bijzondere gedeelte van het boek?

Dan kies ik voor hoofdstuk 5, Two Selves, waarin Kahneman onderzoek doet naar pijn en plezier. In dit geeelte beschrijft Kahneman wat hij noemt de two selves: the remembering selve en the experiencing self. Om deze twee ‘selves’ te beschrijven gebruikt hij een experiment waarbij proefpersonen worden blootgesteld aan pijn en op het eind gevraagd worden om een score te geven aan de totale ervaren pijn. Wat blijkt, de score wordt op deze manier bepaald:

  • Peak-end rule: de score werd beïnvloed door de maximaal ervaren pijn (de piek) en de pijn op het einde
  • Duration neglect: de duur van de bloostelling aan pijn had totaal geen effect op de score

    Laten we eens kijken naar het volgende experiment. Proefpersonen moeten hun hand in een bak met koud water steken en op eind wordt hun gevraagd om een score te geven aan de pijn die ze in totaal hebben ervaren. De proefpersonen moeten in het eerste geval hun hand 60 seconden in water van 14°C steken en in het tweede geval moeten ze hun hand ook weer in een bad met water van 14°C steken, waarbij het water na 60 seconden heel subtiel wordt verwarmd tot 15°C en de tijd wordt verlengd tot 90 seconden, zie onderstaande grafieken:

Tijdens dit voorbeeld ontstaat er een confict tussen de experiencing selve en de remembering selve. Hoewel de totale blootstelling aan pijn groter was voor situatie 2 gaven de proefpersonen achteraf toch een lagere score aan de totaal ervaren pijn – en dus herinnering aan de pijn. En zelfs als hun gevraagd werd het experiment opnieuw te doen en een keuze te maken tussen de twee situaties kozen de proefpersonen voor situatie 2, al wisten ze dat deze situatie langer duurde dan situatie 1. Dus wat is belangrijker, hoe je de pijn op het moment van bloostelling ervaart of je herinnering aan de pijn.

Je kunt totale pijn dus niet zien als een soort integratie, het oppervlak onder de grafiek pijn vs. tijd. Alleen de laatste periode en een eventuele piek tellen mee. Vreemd hè? En dat geldt niet alleen voor pijn, dat geldt ook voor plezier. Als je een vakantie hebt van drie weken dan bepaalt het gevoel dat je de laatste dagen hebt gehad voor het grootste gedeelte de herinnering die je over de gehele vakantie hebt.

Wat denk je van de volgende vraag:
Zou je willen investeren in een vakantie waarbij op het einde al je foto’s en video’s worden vernietigd en je een pil moet innemen die al je herinneringen aan de vakantie wegneemt?
Deze vraag heeft me best wel bezig gehouden. Gaat het nu op het genieten tijdens de vakantie of de herinnering aan de vakantie. Kahneman zegt het volgende: “Odd as it may seem, I am my remembering selve, and the experiencing selve, who does my living, is like a stranger to me”.
Maar ik heb ook het boek De Kracht Van Het Nu van Eckhart Tolle heb gelezen en Tolle claimt juist dat het Nu het enige is wat telt.  Hmmm, een beetje verwarrend en tegelijkertijd erg interessant. Of zeggen ze eigenlijk allebei hetzelfde? Moet Kahneman leren om meer aandacht aan zijn experiencing selve te geven door meer in het Nu te leven? Ik ben er zelf nog niet helemaal over uit.

Waarom moet ik het lezen?

Als je meer wil weten over de werking van het brein en als je openstaat voor de verbluffende voorbeelden waaruit blijkt dat de mens in vele gevallen totaal niet van rationeel is. Bijvoorbeeld:

  • Hoe wij dagelijks door media en reclame gemanipuleerd worden
  • Hoe wij altijd veel te optimistisch plannen en geen gebruik maken van informatie over planningen en projecten uit het verleden
  • Hoe wij geen gebruik maken van kansberekening en veel liever kiezen om geen geld te verliezen in plaats van mogelijk veel meer geld te winnen
  • Hoe wij geen gebruik maken van statistische gegeven maar meer op ons gevoel afgaan (denk aan het voorbeeld van Paul)
  • Hoe wij beslissingen maken en meningen vormen, alleen op basis van beschikbare kennis en geen moeite nemen hebben om extra informatie op te zoeken. Kahneman noemt dat WYSIATI : What You See Is All There Is

Nog een laatste voorbeeld?

Ok dan, dit voorbeeld heet de Moses Illusion. Deze zou je ook wel eens in trainingen of workshops kunnen toepassen. Het gaat om de volgende vraag:

“Hoeveel dieren van elk soort nam Moses mee op de Ark?”.

En, weet je het al?
Heb je de fout in de vraag gezien?
Het was niet Moses die dieren meenam op de Ark, het was Noah. Het is niet zo gek dat je dit niet zag; als je denkt aan dieren op een Ark dan denk je al gauw aan een Bijbelse context, en Moses en Noah zijn allebei Bijbelse figuren. Daarnaast hebben hun namen ook nog een vergelijkbare klank. Als je nou Moses zou vervangen door Willem Alexander dan zie je het meteen natuurlijk 😊
Maar hoe dan ook, in dit voorbeeld zie je ook hoe snel System 1 ingeschakeld wordt om tot een antwoord te komen, terwijl je juist hier System 2 zou moeten gebruiken om even wat beter naar de vraag te kijken.

Ben je nieuwsgierig geworden na het lezen van deze samenvatting en wil je het hele boek lezen? Neem dan contact met mij op.

1 Reactie
  • Rolf Custers
    Geplaatst op 19:21h, 10 december

    Met veel interesse dit artikel gelezen ! Leuke voorbeelden ook .